De Europese Commissie negeert de ‘gele kaart’ van elf landen tegen een nieuwe detacheringswet. Daarmee zet EU-commissaris Marianne Thyssen (Sociale Zaken) opnieuw de deur open voor gelijke beloning van EU-werknemers die tijdelijk in een ander EU-land werken.
Zij moeten evenveel gaan verdienen als hun collega’s in het gastland die hetzelfde werk doen. Dat heeft de commissie woensdag besloten. ,,Ik kies niet het kamp van de ene kant van Europa tegen de andere”, zei Thyssen woensdagmorgen. ,,Het gaat om het herstellen van rechtvaardigheid: wie hetzelfde werk uitvoert op hetzelfde grondgebied, moet hetzelfde loon krijgen.”
De lidstaten zullen na de zomer moeten gaan onderhandelen over het omstreden voorstel. Ook het Europees Parlement moet het goedkeuren. Europarlementariër Agnes Jongerius (PvdA) is blij: ,,Het is verstandig en verantwoord om door te pakken en misstanden op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Loonconcurrentie tussen lidstaten vreet aan de onderlinge solidariteit in Europa.”
Op nationaal niveau regelen
In mei hadden elf voornamelijk Oost-Europese parlementen de zogenaamde gele kaart getrokken om het voorstel tegen te houden. Ze vinden dat detacheringsregels op nationaal niveau geregeld moeten worden. Daarop moest de commissie beslissen of zij het omstreden voorstel zou intrekken, veranderen of zo zou laten. Thyssen kiest voor het laatste.
De huidige detacheringsrichtlijn stamt uit 1996 en is achterhaald. Minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is voor het voorstel.
Gedetacheerde werknemers worden door hun werkgever voor een tijdje naar een andere lidstaat gestuurd om daar te werken. Volgens vakbond FNV wordt de detacheringsregeling door werkgevers misbruikt om goedkoop personeel in te huren uit landen waar de lonen een stuk lager liggen dan in Nederland. Dit gebeurt vooral in de bouw en de verwerkende industrie.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl